Bouw meer en echte sociale huurwoningen

Laat gemeenten meer dan 30% sociale huurwoningen bouwen en zorg dat dit ook echt sociale huur is, die langdurig wordt ingezet als betaalbare huurwoning. 

Meer sociale huur

Het is goed dat de overheid met de ‘Wet versterking regie Volkshuisvesting’ grip wil krijgen op de woningmarkt en aanstuurt op meer sociale huurwoningen. Tegelijkertijd is de inzet van minimaal 30% sociale huur bij nieuwbouw te laag. Dit kan er nooit voor zorgen dat gemeenten minsten 30% sociale woningen in de gehele woningvoorraad zal hebben. Op deze manier is dat doel van minister de Jonge onhaalbaar en dreigt de sociale woningvoorraad, ondanks een kleine groei een steeds kleiner deel van de woningmarkt te worden. Volgens een analyse komen we uit op een schamele 26%.

Afspraken nakomen

In de ‘Nationale Prestatie Afspraken’ tussen het Rijk, de Woonbond en woningcorporaties is afgesproken dat minstens 30% sociale huur in de woningvoorraad van elke gemeente hoort te zijn. Deze invulling is terzijde geschoven, met een kleiner aandeel sociale huur als gevolg.

Laat gemeenten meer doen

In de wet wordt ook gesproken over het aansturen op een lagere bouwinzet van sociale huur in gemeenten waar al 30% van de totale voorraad sociaal is. Een slecht idee. Vaak gaat het hier om gebieden waar de marktdruk groot is, en het voor lagere en middeninkomens moeilijk is om een betaalbare woning te vinden. Een grote sociale voorraad biedt dan uitkomst. De wet moet ervoor zorgen dat alle gemeenten een minimale inzet doen en niet de gemeenten met hogere ambities voor betaalbare woningen voor de voeten lopen. Ook dit gaat tegen de gemaakte Nationale Prestatie Afspraken in.

Echte sociale huur

Er moet een wettelijke definitie voor sociale huur komen. Daarmee wordt voorkomen dat gemeenten kiezen voor sociale huur van particuliere beleggers die vervolgens bij een nieuwe verhuur in de dure vrije sector worden verhuurd. De termijn waarin een woning minstens voor een sociale huurprijs moet worden verhuurd ligt in het wetsvoorstel op 25 jaar. Dit zou beter gewijzigd kunnen worden naar 50 jaar. Daarnaast zou er geen uitzondering voor flexwoningen moeten worden gemaakt. Dit werkt in de hand dat gemeenten die niet willen groeien naar 30% sociale huur, alleen inzetten op flexwoningen. Bovendien rekenen we ons rijk aan een sociale voorraad die niet structureel is. Als we terecht eisen gaan stellen aan hoe lang een woning betaalbaar verhuurd moet worden om als sociaal mee te mogen rekenen, is het vreemd hier voor flexwoningen een uitzondering op te maken.