Energieplafond

Het kabinet heeft aangegeven een energieplafond in te stellen, waarbij je voor de eerste 1200 kubieke meter gas 1,45 en voor maximaal 2900 Kilowattuur stroom 40 cent per KWh betaalt. Alles boven dit plafond reken je af tegen de geldende marktwaarde. Omdat het energieplafond pas per januari 2023 ingaat, krijg je in november en december een compensatie van 190 euro. Wie door een vast contract lagere energieprijzen betaalt, blijft de oude tarieven betalen. Ook krijgen alle Nederlanders dit jaar een extra korting op de energiebelasting van circa 400 euro. Dit krijg je bij je jaarlijkse eindafrekening. Bovendien is de btw op energie per 1 juli voor zes maanden verlaagd van 21% naar 9%. Hierdoor zal de energierekening met 10% dalen. Voor een huishouden met een gemiddeld gebruik scheelt dit ongeveer 20 euro per maand. Desondanks zal de energierekening enorm hoog worden.

Wie krijgt 190 euro compensatie op zijn energierekening in de maanden november én december?

In principe krijgen alle huishoudens en andere kleinverbruikers met een eigen elektriciteitsaansluiting voor deze twee maanden in totaal 380 euro compensatie. Dit geldt ook voor mensen met een lagere energierekening. Het kabinet heeft hier gekozen voor een algemene maatregel.

Wat gebeurt er als je in november en december een lagere energierekening hebt, bijvoorbeeld maar 150 euro per maand?

Dan wordt je voorschotbedrag voor november en december 0 euro en krijg je een creditnota van 40 euro of dit wordt op je jaarrekening meegenomen (dit verschilt per leverancier), omdat je recht hebt op 190 euro compensatie. Je bent dus niet een deel van je compensatie kwijt. Je krijgt vervolgens van je energieleverancier die maand 40 euro overgemaakt op je rekening.

Energieleveranciers hebben ervaring met mensen met een negatieve energierekening. Bij zonnepanelen kun je soms ook meer energie opwekken dan je verbruikt en dat lever je dan terug met een negatieve energierekening als gevolg. Datzelfde gebeurt wanneer bij de eindafrekening blijkt dat je maandelijkse termijnbedragen hoger waren dan het daadwerkelijke verbruik.