In 2021 worden de huren van dure scheefwoners verlaagd. De Eerste Kamer heeft het wetsvoorstel om dit te regelen vandaag met algehele stemmen aangenomen. Het gaat om huurders van een sociale huurwoning van woningcorporaties waarbij de huur te hoog is in verhouding tot het inkomen. Deze scheefgroei komt bijvoorbeeld door een terugval in inkomen of omdat huurders in het verleden een huis toegewezen hebben gekregen dat niet bij hun inkomen past.
Gemiddeld 40 euro
In totaal gaat het om naar schatting 260.000 huurders die in aanmerking komen voor dit recht op eenmalige huurverlaging tot de eerste zogenoemde aftoppingsgrens (633,25 euro voor een- en tweepersoonshuishoudens, 678,66 euro voor drie- en meerpersoonshuishoudens, prijspeil 2021). Gemiddeld komt de huurverlaging neer op 40 euro per maand per huishouden.
Woningcorporaties
Woningcorporaties gaan actief huurders opzoeken van wie ze vermoeden dat de huur niet meer past bij de hoogte van het inkomen. Of huurders de huurverlaging krijgen, hangt af de hoogte van hun huur en van hun inkomen en medebewoners. De woningcorporaties gebruiken hierbij het inkomen van 2019. Dit is vastgesteld door de Belastingdienst.
Zelf aanvragen
Huurders die recenter te maken hebben gehad met een inkomensdaling, kunnen zelf de huurverlaging aanvragen in 2021. Dit doen ze bij hun woningcorporatie. De inkomensdaling moet tenminste zes maanden duren op het moment van het verzoek tot huurverlaging. Het kabinet wil hiermee huurders tegemoet komen die in moeilijkheden zijn geraakt sinds het begin van de coronacrisis.