Door het tekort aan sociale huurwoningen en de stijgende prijzen in de private sector zijn jongeren gedwongen om een steeds groter deel van hun inkomen aan woonlasten te besteden. Jongeren in Nederland worden steeds harder geraakt door de wooncrisis. Door de beperkte toegang tot sociale huurwoningen zijn zij steeds vaker aangewezen op dure private huurwoningen. Jongeren tot 35 jaar zijn hierdoor gemiddeld bijna de helft van hun inkomen kwijt aan woonlasten, dit is fors meer dan 10 jaar geleden.
Een recent onderzoek geeft inzicht in de woonsituatie, woonlasten en verhuiswensen van Nederlandse huishoudens. Uit dit onderzoek blijkt dat huurders gemiddeld 34,4% van hun besteedbaar inkomen aan woonlasten besteden. Dit percentage verschilt per leeftijdsgroep en woningtype. Jongeren hebben vaak hogere woonlasten dan oudere huurders, omdat zij vaker afhankelijk zijn van de vrije sector en minder toegang hebben tot sociale huurwoningen.
Daarnaast toont het onderzoek aan dat het aantal sociale huurwoningen nauwelijks is gegroeid, terwijl de vraag onder jongeren juist sterk is toegenomen. Dit vergroot de druk op de private huurmarkt, waardoor huurprijzen blijven stijgen.
De gemiddelde huurprijs voor een woning kan echter erg verschillen per regio. De gemiddelde huurprijs in de vrije sector is in 2025 gestegen naar € 1.781 per maand. In verschillende steden liggen de prijzen nog hoger, zoals in Amsterdam: € 2.163 per maand. Maar in Drenthe ligt dit op € 1.074 per maand. Deze gemiddelde bedragen zijn gebaseerd op een woning van 80 m². Tien jaar geleden waren de huurprijzen aanzienlijk lager. In 2015 lag de gemiddelde huurprijs in de vrije sector rond de € 1.200 per maand.
Het toegankelijker maken van gedeelde woonvormen helpt ook. Momenteel worden huurders financieel gestraft wanneer ze woonruimte delen, bijvoorbeeld door verlies van huurtoeslag of het moeten betalen van hogere belastingen. In plaats daarvan zou de overheid moeten inzetten op maatregelen die woningdelen belonen, zoals fiscale voordelen of aangepaste huurregels voor gezamenlijke huishoudens. Dit zou niet alleen meer woningen beschikbaar maken voor jongeren, maar ook bijdragen aan betaalbaarder wonen en meer sociale cohesie binnen steden.