Een lekkend dak, een gesprongen waterleiding of een kapotte afvoerslang kunnen wateroverlast veroorzaken, soms met veel schade als gevolg. De verzekeraar schiet te hulp, maar vergoedt niet altijd alles. Beter is het om waterschade zoveel mogelijk te voorkomen.

De schade door wateroverlast loopt al snel tot in de duizenden euro’s. Een laag water kan vloerbedekking en meubels flink beschadigen.

Waterschade
Zo beperk je de kans op waterschade:

  • Woningonderhoud: Huurders moeten gebreken onmiddellijk doorgeven aan de verhuurder. Als de verzekeraar achterstallig onderhoud constateert, loop je het risico dat waterschade niet wordt vergoed. Controleer kitnaden regelmatig op scheurtjes en schimmel en vervang ze als dat nodig is.
  • Wasmachine en vaatwasser beveiligen. Plaats de machine in een lekbak, die bij een eventuele lekkage het water opvangt. Sommige machines hebben een ingebouwde lekbak, dan is een aparte lekbak overbodig. Een lekbak kost niet veel en kan veel waterschade voorkomen.
  • Een waterslot of waterstop sluit de watertoevoer af als blijkt dat de slang lek is. Deze voorziening verkleint dus wel de wateroverlast, maar voorkomt deze niet helemaal. Moderne vaatwassers en wasmachines hebben meestal een waterbeveiliging. Dit kun je nakijken in de handleiding van het apparaat.
  • Watermelders plaatsen. Deze slaan alarm als ze in aanraking komen met water, zoals een rookmelder dat doet bij rook. Een watermelder plaats je in de buurt van de cv-installatie, een aquarium, wasmachine en/of de vaatwasser.
  • Omdat we op steeds lagere temperaturen wassen, blijven er meer zeepresten achter in de wasmachine. Dit kan problemen geven. Eén keer per maand een hete was draaien, beperkt het risico op schade.
  • Zorg dat je weet waar de hoofdwaterkraan zit en zorg dat je er makkelijk bij kunt. Zodat als dat nodig is, je de hoofdkraan makkelijk uit kunt zetten.

Alles is nat! Wat nu?
Probeer de wateroverlast zoveel mogelijk te beperken, maar alleen als dat veilig is voor jezelf. Pak dus zo snel mogelijk de oorzaak aan en maak vloeren en muren droog waar dat kan. Meld de schade vervolgens bij uw verzekeraar. Bewoners van een huurwoning moeten bij schade aan de woning zelf contact opnemen met de verhuurder. Is een noodreparatie nodig, bewaar dan de bon. Zo kun je aanspraak maken op een vergoeding. Maak ook foto’s van de schade om bij een schadeclaim te kunnen toevoegen. Nog een tip: noteer de datum en het tijdstip. Dit is vooral van belang als de waterschade het gevolg is van weersomstandigheden zoals bijvoorbeeld hevige regenval.

In de provincies Noord-Holland en Flevoland komen binnen één tot twee jaar duizenden extra ‘flexwoningen’’ voor mensen die met spoed een huis nodig hebben.
Grote steden in de twee provincies werken samen aan een overeenkomst met minister Hugo de Jonge. De steden die meedoen en het precieze aantal ‘flexwoningen’ worden bekend gemaakt bij de ondertekening van het akkoord.
Een deel van de nieuwe tijdelijke woningen is bedoeld voor statushouders. Twee derde van de huizen is voor zogeheten spoedzoekers. Dat kunnen dak- en thuislozen zijn, gescheiden ouders met kinderen, woningzoekenden met een medische indicatie, mensen die verhuizen voor een baan en jongeren die nog thuis wonen.

Het is niet duidelijk of het kabinet voldoende steun krijgt om een subsidieregeling voor zonnepanelen af te schaffen. De coalitie wil af van de regeling waarmee mensen geld krijgen voor stroom die ze dankzij zonnepanelen terug leveren aan het net. Onlangs debatteerde het kabinet over het wetsvoorstel dat nodig is om de ‘salderingsregeling’ af te schaffen. Linkse partijen zijn tegen afschaffing van de subsidie, omdat ze eerst willen zien hoe het kabinet het dan aantrekkelijk gaat maken voor verhuurders om in zonnepanelen te blijven investeren. Anders worden huurders de dupe, vrezen de PvdA en GroenLinks. Omdat deze partijen het er niet mee eens zijn, heeft het kabinet niet genoeg stemmen in de Eerste Kamer. In de Senaat heeft de coalitie namelijk geen meerderheid.
Aedes vreest dat bewoners  van huurwoningen afhaken en de bezitter van zonnepanelen zijn/haar voordeel kwijt raakt. De afbouw van de salderingsregeling brengt het voordeel van zonnepanelen voor bewoners van een sociale huurwoning verder in gedrang, waardoor bereidheid onder huurders om mee te werken aan de installatie verdwijnt. Daarvoor heeft ‘woningcorporatiekoepel Aedes’ gewaarschuwd in aanloop naar de behandeling van het wetsvoorstel voor de afbouw van de salderingsregeling in de Tweede Kamer. De brancheorganisatie voor woningbouwcorporaties vraagt de Haagse politiek om juist in deze zware economische tijden te zorgen dat ook sociale woninghuurders kunnen profiteren van zonne-energieopbrengsten en daarmee een lagere energierekening krijgen.

Bereidheid verdwijnt
Aedes benadrukt dat op dit moment veel bewoners van een sociale huurwoning dankzij de salderingsregeling profiteren van zonnepanelen. De woningcorporatie doet de investering in de zonnepanelen en verzorgt het onderhoud. Gedurende de levensloop van de zonnepanelen berekenen de woningcorporaties een deel van de kosten door aan de huurder via de servicekosten. De bewoner kan op een netto voordeel rekenen tot een paar honderd euro per jaar. Hierdoor is de investering vaak kostenneutraal over de levensduur van de zonnepaneelinstallatie. Door de afbouw van de salderingsregeling kan dat straks niet meer of wordt het netto voordeel voor huurders veel kleiner. Een ander probleem dat zich in de toekomst voor zal doen bij afschaffing van de salderingsregeling is een negatief teruglevertarief. Wanneer er sprake is van overproductie van zonne-energie moeten huurders betalen voor dit energieoverschot. Het voordeel van zonnepanelen komt daarmee nog meer in het gedrang. De bereidheid onder huurders om mee te werken aan de installatie verdwijnt daardoor. Dit staat de ambitie van corporaties in de weg om juist meer te investeren in zonnepanelen en daarmee ook iets te kunnen doen aan de betaalbaarheid voor huurders. De afschaffing van de salderingsregeling kan wel degelijk de snelheid van de energietransitie en het verlagen van energierekeningen voor huurders afremmen. In het kader van de gestegen energieprijzen verdient dit extra inzet, omdat zonnepanelen de mogelijkheid bieden om op relatief korte termijn de energierekening permanent omlaag te krijgen. De installatie van zonnepanelen is dus onderdeel van de langetermijnoplossing.

Per 1 januari 2023 kunnen kinderen weer langer thuis wonen. Bijstandsgezinnen hoeven niet langer de 21ste verjaardag van thuiswonende kinderen te vrezen. Tot 1 januari 2023 werd het inkomen van thuiswonende kinderen vanaf hun 21ste deels in mindering gebracht op de bijstandsuitkering van hun ouders. Het leidde tot veel stress en onbegrip in gezinnen. Kinderen moesten meebetalen en konden zo zelf niets opbouwen, of zij moesten het ouderlijk huis verlaten, waardoor gezinnen uit elkaar gedreven werden. Voor de nieuwe wet geldt de leeftijd van 27 jaar, hopelijk hebben jongeren tegen die tijd zelf een woning gevonden.

Zoals je in de vorige nieuwsbrief hebt kunnen lezen, vormen wij ieder jaar met andere huurdersbelangenverenigingen van de Alliantie een themagroep ‘Huurbeleid’ waarmee wij in gesprek gaan met de Alliantie over de huuraanpassing. Hiermee beginnen wij al in september van het vorige jaar, om zo tot een advies te komen voor de Alliantie. Wij streven ernaar om de huur redelijkerwijs zo laag mogelijk te houden, zeker in deze zware economische tijd.
Gepland staat een eenmalige huurverlaging per 1 juli dit jaar, voor huurders met een inkomen tot 120% van het sociaal minimum en met een huur boven de € 575. Voor hen wordt de huur teruggezet naar € 575.

De huurtoeslag is per januari omhoog gegaan. Hou er wel rekening mee dat wanneer je huur omlaag gaat, je recht hebt op minder huurtoeslag. Geef dit door aan de belastingdienst zodra je huur verlaagd is om terug betalen te voorkomen. Je kunt zelf een proefberekening maken op: Proefberekening toeslagen (belastingdienst.nl). In de nieuwsbrief van juli zetten wij een reminder.

Huuraanpassing middensegment- en vrije sectorhuur
De huurverhoging in het middensegment en de vrije sector was tot 2023 gereguleerd. Door de hoge inflatie is hiervoor een nieuwe wettelijke regeling gekomen. De huurverhoging in het middensegment en de vrije sector mag niet hoger zijn dan CAO-loonontwikkeling +1%. Hiermee komt de maximaal toegestane huuraanpassing in dit segment uit op 4,1%. Ook hierover zijn wij nog in gesprek met de Alliantie.

Nu de regering de details van het prijsplafond voor gas en stroom heeft uitgewerkt, blijkt dat veel huishoudens hun berekeningen van de energiekosten voor 2023 in de prullenbak kunnen gooien.

Je dacht met je energieverbruik fijn beneden het jaarplafond van 1200 kuub gas en 2900 kwh stroom te blijven? Maak dan de berekening maar opnieuw. En wees niet verrast wanneer je alsnog honderden euro’s extra kwijt bent aan energiekosten.
Tot een paar weken geleden gingen heel wat huishoudens ervan uit dat ze het energieverbruik van alle maanden bij elkaar op konden tellen. Bleven die jaartotalen voor gas en elektriciteit beneden de plafondhoeveelheden, dan zou een huishouden dus in heel 2023 gas en elektriciteit kunnen afrekenen tegen het lage tarief dat geldt beneden het plafond.
Dat is voor elektriciteit € 0,40 en voor gas € 1,45. Let op! Er zitten wat addertjes onder het gras.

Gevolgen voor jaarnota
Nu blijkt in de uitwerking van het energieplafond dat het kabinet het plafond over de maanden van het jaar heeft verdeeld. Het rekenmodel van het kabinet gaat dus niet uit van een maximumverbruik per jaar, maar van een maximumverbruik per dag, waaruit dan een maximumverbruik per maand volgt.

Het kabinet houdt zo rekening met een hoger energieverbruik in de winter en het lagere verbruik in de zomer. In de wintermaanden zijn de plafonds hoger dan in de zomer. Dat heeft nogal gevolgen voor de jaarlijkse eindafrekening, vooral wanneer je die na de winter ontvangt, dus in april of mei. En stel je bent heel zuinig geweest en beneden de maandplafonds gebleven. Wat je over hebt mag je ook niet doorschuiven naar de periode na de datum van de eindafrekening. Dit betekent voor veel huishoudens dat ze veel minder hebben aan het plafond dan ze aanvankelijk dachten. De overheid zei op basis van cijfers van het CBS dat 60 procent van de huishoudens volledig onder de verbruiksplafonds van 1200 kuub gas en 2900 kWh zou blijven, maar onder de nieuwe methodiek zal dat percentage huishoudens lager zijn.

Alleen wanneer de periode van de jaarnota samenvalt met een kalenderjaar merk je bij de jaarafrekening niks van de verdeling van het energieplafond over de maanden.
Het plan voor de prijsplafonds is heel snel tot stand gekomen, dat ging in een weekend tijd. Iedereen stond er van te kijken. Veel details waren toen nog niet ingevuld. Bijvoorbeeld de verrekening door de energiebedrijven, zodat die niet teveel winst zouden maken.
Het was al zo dat de mensen die met hun energieverbruik uitkwamen boven de plafonds van 1200 kuub gas en 2900 kWh stroom in 2023 het meest geraakt zullen worden door de hoge energieprijzen. Het plafond bood enige bescherming, maar die valt nu deels weg door de manier van verrekenen met de maandplafonds.’

Daar komt bij dat de energiebelasting weer omhoog is gegaan en dat de btw op energie weer terug op het oude niveau van 21 procent is. Het afgelopen half jaar gold een btw-tarief van 9 procent. Het vervelende is dat dit gebeurt in de winterperiode, waarin je het hoogste gebruik hebt. We betalen energiebelasting en daarover wordt nog eens btw geheven, oftewel we betalen belasting over belasting. Energie zou net als groente en fruit afgerekend moeten worden tegen een laag tarief. Het zou geen luxe moeten zijn om niet in de kou te zitten. Dat tik hard aan voor degenen die boven het plafond uitkomen.

Het Centraal Planbureau verwacht dat het aantal mensen onder de armoedegrens oploopt tot 8,1 procent.

De prijzen stijgen en de lonen blijven achter. De Nederlandse economie kwam sterk uit de coronacrisis, maar krijgt dit jaar en volgend jaar flinke klappen. Vanwege de hoge inflatie, kan men in veel gevallen de woonlasten nog amper betalen en geven huishoudens dus minder uit, waardoor de economische groei terugvalt.

Ongelijkheid

De koopkracht daalt dit jaar met 6,8 %, maar de daling slaat niet bij elk huishouden even hard toe. Er is sprake van inflatie-ongelijkheid, hoe lager het inkomen, hoe sterker de financiële last van de inflatie gevoeld wordt. Het aandeel van het inkomen dat naar energie gaat, verschilt immers sterk per huishouden. De hoogste inkomens zijn gemiddeld 2,2 % van hun besteedbaar inkomen kwijt aan de energierekening en de laagste inkomens 5,8 %. Daarbij komt dat de overige woonlasten in Almere volgend jaar ook omhoog gaan, dat blijkt uit de begroting 2023 – 2026 die het college van burgemeester en wethouders donderdagmiddag heeft gepresenteerd.

Zo stijgt de onroerendezaakbelasting met zo’n 20 euro. Dezelfde verhoging geldt ook voor de afvalstoffenheffing en de rioolheffing gaat met bijna 16 euro per jaar omhoog. Dit alles bij elkaar opgeteld gaat in 2023 een gemiddeld gezin hiervoor 944 euro aan woonlasten betalen, dat is dus zo’n 56 euro meer dan dit jaar.

Ook gaan de parkeerkosten met bijna negen procent omhoog. Die verhoging geldt voor Almere Stad. In Almere Buiten blijven de tarieven hetzelfde totdat het centrum daar afgebouwd is.

 

Het kabinet is van plan om per 2024 de huurtoeslag te wijzigen, hierdoor gaat tweederde van de huurtoeslagontvangers erop achteruit, blijkt uit recent gepubliceerde doorrekeningen van het NIBUD met gemiddeld € 29 per maand.

De negatieve gevolgen komen doordat het Kabinet met een ‘normhuur’ wil gaan werken in de huurtoeslag. De ‘normhuur’ houdt in dat de basishuur (de eigen bijdrage die de huurder zelf betaald aan huur) wordt verhoogd, hierdoor ontvang je minder huurtoeslag. Ook het niet langer deels vergoeden van de servicekosten pakt slecht uit voor huurtoeslagontvangers.

Door de ‘normhuur ‘komen meer huurders in de knel

De energierekening stijgt, net als de zorgpremie en ook de boodschappen dreigen onbetaalbaar te worden. Aan alle kanten wordt het leven steeds duurder, waardoor mensen met een smalle beurs steeds meer in de problemen komen.

Op dit moment kan 38 procent van de huurders met huurtoeslag niet rondkomen. Uit de Nibud-analyse blijkt dat deze groep groeit naar 64 procent als de plannen van het kabinet doorgaan in 2024.

Er is veel weerstand bij Aedes (Vereniging van woningcorporaties), de Woonbond, de Alliantie en ook bij de HBVA. De HVBA is dan ook nu al in gesprek met de Alliantie hierover. Wij streven naar behoud van huurtoeslag, ook naar volledig recht op huurtoeslag voor jongeren vanaf 21 jaar en voor huurders met een laag inkomen in de vrije sector.

 

In 2023 krijgen huurders van corporaties in gereguleerde huurwoningen (sociale huurwoningen), met een inkomen op of onder 120% van het sociaal minimum en een huur hoger dan € 576 (prijspeil 2023) een wettelijk verplichte eenmalig huurverlaging tot dat bedrag.

De huurverlaging komt in de plaats van huurbevriezing in 2024 uit het coalitieakkoord